Han Rädecker
1921-1976Het was niet verwonderlijk dat Hanni beeldhouwer werd, zijn vader, grootvader en ooms waren het immers ook.
Op 22-2-1921 werd Han, officieel Johan geboren in Groet, Noord-Holland, zoon van John Rädecker en Annie Rädecker-Ten Herkel. Algauw bleek dat Hanni volgens zijn vader ook wel “wat”kon. Als negenjarige jongen kreeg hij al beeldhouwles van vader John. Op zijn veertiende begon hij als beeldhouwer in het atelier van zijn vader. Hanni mocht de “gemakkelijke”opdrachten doen, grafbeelden en o.a. werk aan het gemeentehuis in Medemblik. Later hielp hij nog mee aan het monument op de Dam nadat vader John te ziek was geworden. Eén van de leeuwen is door Han gehakt.
Mede door de 2e wereldoorlog verliet Han al vroeg het ouderlijk huis en ging naar Amsterdam. Hij, en met hem andere kunstenaars, wilde zich niet inschrijven bij de door de vijand ingestelde cultuurkamer, het werd voor hen steeds moeilijker om te kunnen werken. In 1942 gingen de beeldhouwers Teun Roosenburg, Piet Damsté en Hanny Rädecker op ’n racefiets en ’n tandem op pad, op zoek naar een plek waar kunstenaars vrijelijk hun beroep konden uitoefenen. Ze kwamen in zuid Limburg terecht. Kasteel Oost* werd hun vestiging. Oost groeide uit tot een vrijplaats voor kunstenaars en bood 'n schuilplaats voor menig vluchteling, waarvan enkele door Han en 'n kapitein de Maas over zijn gezet naar België op de vlucht voor de vijand.
Na de oorlog kreeg Hanni, op voorspraak van prof. Bronner een studiebeurs toegewezen om een opleiding te volgen aan L’Ecole des Beaux Arts de Paris. Han sprak al vloeiend Frans, het gezin Rädecker had in 1930/1931 al in Parijs gewoond. Een uitgever vroeg hem ooit om gedichten uit het Frans te vertalen, dit heeft Hanni overigens niet gedaan, hij was bang dat hij niet de juiste toedracht van het gedicht zou kunnen weergeven. Op de beaux-arts had Han les van Mr Gaumont. Hij woonde in het pavillon Néerlandais. Omdat hij zo groot was, en uit Nederland kwam, werd hij daar ook wel 'la grande Tulipe' genoemd. Op de academie sloot hij o.a. vriendschap met de schilder Alain Brayer die hem in 1966 uitnodigde om naar de Auvergne te komen. Alain gaf Hanni een stukje grond cadeau waar deze een huisje en een klein atelier op bouwde. Voor Han 'n zeer geliefde plek om te verblijven en te werken.
Han Rädecker's werkstijl was voornamelijk figuratief, hij was bedreven in zowel het steenhakken als het boetseren in klei en was. Zowel groot werk als klein kon hij aan. Met zijn grote handen en dikke vingers wist hij beeldjes te boetseren, zo verfijnd als ’n Tanagra. Niet vreemd dat hij op exposities veel verkocht en veel opdrachten had, zowel van particulieren als van gemeentes, instellingen en bedrijven. Er is werk van hem te zien in Amsterdam, Leda en de zwaan in het Erasmuspark, de haan en de slang in het Westerpark, beide in opdracht van de gemeente Amsterdam. In Amstelveen staat ’n stenen hond in het Augustinuspark. Zo’n zelfde hond stond er in het brons in Alkmaar. Voor de Goudse verzekeringen maakte hij een bronzen zwaluw en in Haarlem is een groot reliëf te zien van Sint Jacob aan het St Jacob’s Godshuis. Voor het ANWB hoofdkantoor had hij in 1961 een dubbelopdracht met zijn jongere broer Nouki. Voor de Geïllustreerde pers hakte Han een boom met bladeren en vogels, een staaltje van waar vakmanschap. Ook diverse musea deden aankopen. Volgens de schilder Jan Peeters had Hanni als 17jarige ’n levensgrote panter gemaakt die meteen in het museum op de hoge Veluwe kwam te staan. Andere musea die werk van Han Rädecker aankochten zijn o.a. Centraal museum Utrecht, Kasteel het Nijenhuis in Heino, Stedelijk museum Alkmaar. In 1977 hadden zijn vriendencollega’s Paul van Crimpen en Theo Mulder in dat laatste museum een overzichts tentoonstelling van Han’s werk georganiseerd.
Vader John zag in zoon Hanni een dierenbeeldhouwer. Han was dan ook vermaard om zijn paarden en honden maar ook om zijn vrouwfiguren en kinderportretten. Zelf was hij zeer te spreken over het portret van Mitsuko, de dochter van zijn 2e vrouw Emika Banno. Met haar had hij ’n dochter,Hanna. Uit ’n eerder huwelijk met Aad Reus had hij ’n zoon, Mart.
Vanaf 1946 woonde en werkte Han in Amsterdam. Hem werd op een gegeven moment gevraagd om leraar te worden aan de Rijksacademie. Hij heeft dat serieus overwogen, maar dat aanbod toch afgeslagen, Hanni vreesde dat hij dan niet meer aan zijn eigen werk toe kon komen.
Rond zijn 50e werd Han ziek, de wetenschap kon geen echte naam aan deze ziekte geven.
Op 2-12-1976 stierf hij te Antwerpen.
*Kasteel Oost en zijn kunstenaars, uitgeverij van Spijk B.V. Venlo, ISBN 906216 3556.